Op je klompen aanvoelen
Op een zonnige woensdag in mei krijgen we van de meldkamer het verzoek om naar het tankstation bij Beesd te gaan op de A2. Een bestuurder van een bestelauto is door een vrachtwagenchauffeur mishandeld. De vrachtwagenchauffeur is doorgereden. We gaan met enige spoed naar de opgegeven locatie en treffen daar het beteuterde slachtoffer aan. De man toont ons zijn opgezwollen wang en een kattenbelletje met het kenteken van de vrachtauto. Hij wil net na verkeersknooppunt Deil de vrachtauto inhalen ware het niet dat het logge gevaarte zonder richting aan te geven voor hem naar links komt. Met een stevige trap op de rem weet hij een aanrijding te voorkomen. “Wie verwacht nou zo iets in een inhaalverbod voor vrachtauto’s”, vraagt de man zich schouderophalend af. Ik herken het beeld. Soms lijkt het of de boetes die op overtredingen staan meer op aanmoedigingspremies lijken dan dat ze het gewenste verkeersgedrag teweeg brengen. Na een langdurige inhaalmanoeuvre gaat de kolos weer naar rechts en geeft hij zijn bestelauto weer de sporen. “Ik zal toch even laten weten dat ik flink pissig ben en ontsteek voor de vrachtauto even mijn alarmlichten zonder de trucker ook maar te hinderen.” Zegt de man vinnig. Even verderop staat de dagelijkse file voor het viaductje Beesd. De trucker stopt achter de bestelauto, stapt direct uit en loopt naar het geopende raam van het bestelautootje. Nog voor hij iets kon zeggen heeft hij een flinke dreun te pakken. Beduusd blijft hij even versuft voor zich uitkijken. De trucker geeft een enorme lange dreun met claxon, want het verkeer is al weer gaan rijden. Het slachtoffer neemt meteen de afrit naar de parkeerplaats bij het tankstation en belt naar de meldkamer van de Verkeerspolitie. “Hebt u naast het kenteken ook een omschrijving van die trucker”, vraag ik. Hij heeft een uitgebreide omschrijving van de man van top tot teen. Daar kunnen we wat mee. Via de meldkamer kom ik in contact met de expediteur van de vrachtwagen. Hij weet mij te vertellen dat de chauffeur vermoedelijk op een adres in Vianen aan het lossen is. Op het industrieterrein aangekomen wil de chauffeur net weer instappen om verder te rijden. Hij kijkt zeer verbaasd als ik hem aanspreek over de mishandeling die hij zou hebben gepleegd. “Ik ben helemaal niet uit mijn auto geweest, vraag maar aan mijn collega!” Zijn collega knikt instemmend met een grote grijns op zijn gezicht. “Als u niet uit de auto bent geweest, hoe is het dan mogelijk dat de man aan wie u een vuistslag gaf heeft gezien dat u klompen droeg met een koeienmotief?”