HANDJE GEHOLPEN
Vandaag rijdt mijn collega voor het eerst in een onopvallende surveillanceauto. Ik zal hem daarbij zoveel mogelijk begeleiden. Als je in een opvallende politieauto rijdt dan reageren weggebruikers anders. Ze gaan eerder voor je aan de kant, ook al is dat niet altijd nodig. Behalve als je met optische- en geluidssignalen rijdt. Er wordt zo slecht gespiegeld. Ik heb trouwens nog nooit iemand gas zien geven bij het naderen van een ‘voorrangsvoertuig’, want dat is een politievoertuig, ambulance of brandweerauto met optische- en geluidssignalen. Remmen dat is de eerste reactie en geef dan onbelemmerde doorgang die is vereist. In een onopvallende auto moet je vooral bij het volgen van iemand die te hard rijdt voor drie man opletten. Voor jezelf, voor degene die je volgt, maar ook voor de andere verkeersdeelnemers zie hem er zomaar voor gooien tijdens je 'achtervolging'. Dat gedrag is niet altijd verwijtbaar maar je moet er wel terdege rekening mee houden. Heeft wel weer alles met spiegelen te maken.
Een Opel Astra, met twee man erin, passeert ons met een redelijk snelheidsverschil Wij rijden de toegestane 100km/uur, dus hij rijdt in ieder geval harder dan mag. Afstand houden is ook niet zijn sterkste punt. We hebben genoeg gezien en besluiten hem mee te nemen naar de afslag Baarn. Kennelijk heeft hij door dat wij van de politie zijn, want hij gaat zo dicht achter een vrachtauto rijden dat we er niet eens tussen kunnen komen om hem het bordje ‘Volgen Politie’ te tonen. Op een gegeven moment laat de man met zijn pokdalige gezicht een gaatje vallen en mijn collega stuurt hier dankbaar in. Gefopt, want op het zelfde moment spuit de Astra weg via de linker rijstrook die nu is vrijgekomen. ‘’Die is gejat’, denk ik hard op. De man geeft de Opel de sporen en schroomt niet om met 160 km/uur via de vluchtstrook het overige verkeer in te halen. Er vliegt het nodige stof en rotzooi omhoog. Wij volgen op gepaste afstand en melden onze achtervolging aan de meldkamer. We krijgen toestemming om optische- en geluidssignalen te voeren. De afrit Amersfoort neemt hij met onverminderde snelheid en haalt ook nog een auto rechts in via de vluchtstrook. De achteloze bestuurder van deze auto zit stijf van schrik achter zijn stuur. Na ongeveer vijf minuten, wij rijden via de provinciale weg richting Hoogland, krijgen we van de meldkamer te horen dat het voertuig inderdaad van diefstal afkomstig is. Ik schakel over op het kanaal van de politie Amersfoort en probeer contact met deze meldkamer te krijgen. Onze collega’s op knooppunt Hoevelaken kunnen ons niet meer assisteren, die zitten te ver weg. We zien dat de Opel gevaarlijk inhaalt en op kruisingen de rode lichten negeert Een frontale aanrijding met een vrachtauto weet hij net te verijdelen door scherp naar rechts te sturen. De vrachtwagenchauffeur geeft hem een lichtsignaal. Op een gegeven moment zijn we hem kwijt. Plotseling zie ik hem links van de hoofdweg rijden op een weggedeelte dat is afgesloten in verband met wegwerkzaamheden. Vlak voor Hoogland zien we hem weer op de hoofdrijbaan rijden en hij slaat links af Hoogland in. We passeren bij de verkeerslichten een politieauto van de regiopolitie, die staat voorgesorteerd voor rechtdoor. Ik vraag aan Amersfoort of deze auto ons kan assisteren. Op de rotonde gaat de Opel tegen het verkeer in en we zijn de auto weer kwijt. Een man in een auto zwaait met zijn arm door het geopende raam naar een linker weg, waar hij is ingereden. Ik zet het zwaailicht en sirene weer uit. We zouden hiermee onze positie kunnen verraden. Even verderop wijst een meisje op een fiets ook naar een straat naar links. We komen daar op een splitsing uit. Ik roep door de mobilofoon, in de veronderstelling dat de politieauto die wij passeerden met ons mee rijdt, ‘als jullie naar rechts gaan, gaan wij naar links.’ We gaan naar links en de weg maakt daarna een bocht naar rechts. Plotseling rennen twee magere mannen, waarvan één met pokdalig gezicht, ons tegemoet. ‘Dat zijn ze!’. We springen allebei de auto uit. De mannen steken hun handen in de lucht. We brengen ze naar de grond en slaan ze in de handboeien. Ik verwacht dat de politieauto van Amersfoort er kort achter moet zitten, want deze straat loopt rond. Achteraf blijkt dat de bestuurder van deze politieauto een monteur was en helemaal niet achter ons aan is gereden! De gestolen auto hebben ze bij iemand op de oprit gezet en zijn te voet verder gegaan rechtstreeks in onze armen. Het zijn junks die wekelijks Opels stelen om hiermee naar Amsterdam te rijden om verdovende middelen in Amsterdam te kopen. Vaak is dan de benzine op en dan stelen ze weer een Opel in Amsterdam. Vorige week hebben ze bij een achtervolging met de politie zo’n Opel op een vluchtheuvel total loss gereden. Dank aan de oplettende en hulpvaardige burgers. Vandaag brengen wij het er zonder schade en kleerscheuren vanaf.