DAAR ISTIE WEER!
We rijden met een onopvallende surveillanceauto op de rijksweg A12 in een drukke maandagochtendspits. Ter hoogte van Veenendaal passeert ons vlot een Mercedes met een Frans kenteken. De bestuurder rijdt net niet boven onze verbaliseringsnorm. Met de onopvallende surveillance leggen we de ‘lat’ iets hoger om niet ieder moment aan de kant te staan. Daarnaast richten we ons op het asociale gedrag van de weggebruiker die het niet zo nauw neemt met de regels die ons democratisch zijn opgelegd. Het is net als ‘Mens Erger Je Niet’: Je gooit 4 en dan zet je geen 5, want dan krijg je commentaar van je medespelers. In het verkeer is dat respect er niet en verschuilen de overtreders zich in hun blik en achter hun anonimiteit. Ter hoogte van Driebergen komen we in de file terecht en wij kiezen voor de rechter rijstrook. Deze keuze is bewust omdat je daar beter opschiet, meer overzicht hebt en een extra uitwijkmogelijkheid naar rechts. De meeste aanrijdingen vinden dan ook plaats op de linker rijstrook. Tevens hebben we dan meer zicht op vluchtstrookrijders. Deze strook noemen wij ook wel de ‘girostrook’. De geldboete die hierop staat van 200 euro (2007) is niet mis. We passeren de Franse Mercedes aan de rechterzijde, dat tijdens file rijden wel is toegestaan. Ik kijk even naar links en tot mijn verbazing zie Johannes M. achter het stuur zitten! Het is nu ongeveer drie weken geleden dat ik de collega’s in Rotterdam bezocht. Mede door de foto heb ik een goed geheugensteuntje. De Mercedes is een 350 SE en wij rijden in een Opel Manta GTE. Ik ben bang dat als M. mij ziet flink gas zal geven en dan leggen wij het af met onze auto. Ik vraag via de meldkamer assistentie van een extra opvallende surveillanceauto. Op de achterbank van de Mercedes staat een groot aantal dozen. We blijven zo mooi uit het spiegelzicht. Regelmatig geven we onze positie door, maar bij Ouden Rijn aangekomen is er nog niet echt assistentie in de buurt. Na Vleuten de Meern neemt M. de afslag naar het tankstation. Ik geef dit door aan de meldkamer en wij rijden mee het terrein op. M. stapt uit en loopt naar de telefooncel. Dit is mijn kans. Ik loop richting de telefooncel, mijn collega naar de Mercedes om de sleutel eruit te halen. Op de passagierstoel is een man blijven zitten. Als M. uit de cel komt spreek ik hem aan. ‘Meneer, ik heb u enige tijd geleden getroffen langs de A28, maar ik heb het idee dat u toen niet helemaal de waarheid heeft verteld. Zou u even bij ons in de auto plaats willen nemen? De Opel is een tweedeurs coupé en ik doe de stoelleuning naar voren. M. neemt achterin plaats en klap de rugleuning weer terug. Die komt niet meer weg. Ik vraag hem of hij nog een keer zijn naam wil noemen. ‘Pieter Cornelis Peters’, zegt hij routinematig. ‘Nee, M. je spel is uit. Je bent aangehouden,’ zeg ik ook routinematig. ‘Dat is shit’, brengt M. uit. Mijn collega vraagt aan de passagier of hij mee wil naar het bureau. De man zegt dat hij een lift heeft gekregen en snapt dat zijn rit hier eindigt. Hij heeft achteraf geluk. De dozen zit vol illegaal vuurwerk en hij zit doodleuk een sigaretje te roken! We leveren M. trots af bij de collega’s van Rotterdam. De collega’s van de Douane bekommeren zich over de Mercedes die illegaal in bezit is van M. Het illegale vuurwerk nemen we in beslag voor de collega’s van de Bijzondere Wetten. Die hebben hun handen hiermee vol in deze decembertijd.
In het nieuwe jaar heb ik nachtdienst. Routinematig kijk ik in het opsporingsregister of er voor mij nog bekenden instaan. M. staat opnieuw gesignaleerd! Hij was met Kerst jarig. De signalering luidt: Opsporing, aanhouding en terugbrenging; niet teruggekeerd na proefverlof!
Politiewerk kan soms frustrerend zijn.